Kunstsneeuw

Kunstsneeuw komt niet uit de koker van Moeder Natuur. Tegenwoordig willen we dat alles maakbaar is. Ook de sneeuw. Valt de sneeuw niet vanzelf uit de lucht dan maken wij het witte goedje zelf maar. Want in tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn sneeuwloze winters niet iets van nu. Deze winters komen al sinds mensenheugenis voor. Het is ook dat seizoensopeningen pas sinds de komst van het sneeuwkanon zo ontzettend vroeg gepland worden, snowfarming daargelaten. Dus valt het nu extra op wie die kanonnen vaak nodig hebben Deze kanonnen zijn de redding voor skigebieden. Want het geeft net die extra paar centimeter waarbij een skigebied kan openen. Ook grote events, zoals de Olympische Winterspelen, zijn sterk afhankelijk van de sneeuwhoogte. Dus dan is sneeuw-op-bestelling een redder in nood.

De geschiedenis van kunstsneeuw

Kunstsneeuw is per toeval ontdekt in Amerika. In 1940 kwamen tuinbouwers er in Californië achter dat een watersproeier bij koude temperaturen sneeuw fabriceerde. Deze sproeiers waren echter niet bedoeld voor wintersporters, het vernevelde water moest planten tegen de kou beschermen. In 1963 werden sneeuwkanonnen pas voor het eerst voor skiërs gebruikt, in een klein skistation nabij New York. In Europa was het Flaine, in Frankrijk, die de eerste sneeuwkanonnen installeerde in 1973. In de jaren tachtig werden sneeuwkanonnen echt booming, in deze periode waren er dan ook veel sneeuwarme winters. Een paar slechte winters maakten keihard duidelijk dat het uitblijven van sneeuw ervoor zorgt dat er veel minder wordt verdiend. Tegenwoordig is het een uitzondering als skigebieden geen sneeuwkanonnen hebben. Zelfs tot de hoogste pistes staan de sneeuwkanonnen klaar. Het ene skigebied gebruikt ze wat vaker dan het andere, maar ze staan nooit een winterlang stil. Het kunstmatig besneeuwen van de pistes kost de skigebieden in totaal zo’n 3 miljard euro per seizoen. Maar ook Nederland heeft ervaring met kunstsneeuw middels de vele indoorbanen waar sinds 1995 op kan worden gegleden.

null

De productie van kunstsneeuw

Kunstsneeuw wordt gemaakt door waterdruppels op hoge druk te laten bevriezen, hierdoor ontstaan kristallen. De beste condities om kunstsneeuw te maken is als het kouder is dan -3° Celsius, er weinig wind is, en de luchtvochtigheid relatief laag is. Doordat het zulke kleine deeltjes zijn, zal er bij een te hevige wind teveel kunstsneeuw verplaatst worden. Dit maakt het kunstmatig besneeuwen bij storm bijna onmogelijk. Ook is het bij bewolkt weer lastiger om sneeuw te maken. De vochtige lucht koelt dan namelijk de waterdruppels niet genoeg af. Gelukkig zijn er meerdere opties om kunstsneeuw te maken. We onderscheiden drie sneeuwmakers: het sneeuwkanon, de sneeuwlans en de snowmaker. Maar hoe werken ze? We leggen het hieronder uit.

Hoe werkt een sneeuwkanon?

Sneeuwkanonnen verstuiven water samen met gecomprimeerde lucht. Deze minuscule druppeltjes moeten bevriezen voordat ze de grond raken. Anders ontstaat daar simpelweg ijs, of nog erger, gewoon water. De buitentemperatuur zorgt er natuurlijk voor dat deze druppeltjes bevriezen, het feit dat deze druppels onder hoge druk naar buiten worden gespoten zorgt ervoor dat deze afkoelen en dus nog sneller bevriezen. Voor het uitzetten van de lucht die mee wordt gespoten is energie nodig, deze energie ontstaat door warmte uit de lucht te onttrekken. Dit is hetzelfde principe als een deodorant fles die koud wordt als je deze gebruikt. Sneeuwkanonnen werken alleen als het kouder is dan -2,5°Celsius. Het probleem bij deze kanonnen is dat vaak in het begin van het seizoen het water nog te warm is. Hier hebben de skigebieden ook wat op gevonden. Er wordt koude lucht in de wateropvang gespoten. Dit zijn de bubbels die je vaak in deze reservoirs ziet. Hierdoor koelt het water sneller af, en minstens even belangrijk, ook later in het seizoen wordt het hele reservoir gelijkmatiger van temperatuur.

Hoe werkt een sneeuwlans?

Maar tegenwoordig zien we ook veel meer sneeuwkanonnen die uit ‘slechts’ een lange buis bestaan; de zogeheten sneeuwlans. Met deze buizen wordt gecomprimeerde lucht en water gespoten. Het is hier niet het kanon zelf die voor de lucht zorgt. Deze kanonnen maken gebruik van één centrale compressor, die voor de gecomprimeerde lucht zorgen. Deze buizen zijn zo’n tweeënhalve meter hoog om ervoor te zorgen dat waterdruppels genoeg tijd hebben om van vorm te veranderen. Deze kanonnen kunnen bij een extreem lage vochtigheidsgraad (onder de 30 procent) zelfs sneeuw maken bij een temperatuur van boven de 0° (1-2° max), maar dit is natuurlijk nooit de allerbeste sneeuw.

null

Hoe werkt een snowmaker?

De snowmaker pompt water in een vacuüm getrokken ruimte, waarna een klein deel ervan verdampt, terwijl het overige water bevriest tot een water-sneeuw mengsel. Wanneer vervolgens het water van de sneeuw wordt gescheiden, blijven de sneeuwkristallen over. Deze worden vervolgens uit het apparaat gespoten. Vacuümverdamping gebruikt minder energie en er zijn geen chemicaliën nodig. Eigenlijk is de Snowmaker, geproduceerd door IDE Technologies, een merknaam. Want veel andere producenten van kunstsneeuwinstallaties hebben inmiddels hun eigen versie uitgebracht waarbij het vacuümtrucje wordt vervangen door warmtewisselaars. Het draait om hetzelfde principe: een klimaatonafhankelijke sneeuwmaker die je dus ook bij warmere temperaturen kan inzetten. Helaas is dit wel een kostbaar proces dus is het geen directe vervanger van het sneeuwkanon of de sneeuwlans.

Waarom bevriest het water niet in de sneeuwkanonnen?

Het is een lastige opgave natuurlijk om het water goed uit de sneeuwkanonnen te krijgen. Want je wilt dit water zo koud mogelijk hebben en tegelijkertijd moet het niet bevriezen als het in de buizen zit. Gelukkig is de oplossing simpeler dan je zou verwachten. Het watersysteem is zo gemaakt dat het water met kracht door de buizen wordt geblazen als de sneeuwkanonnen sneeuw moeten spuiten, en water onder druk bevriest minder snel. Maar als de kanonnen uit gaan, stroomt het water terug en blijft het dus niet in de leidingen boven de grond staan. Het gaat weer de grond in. En onder een mooie laag sneeuw in de winter bevriest het water dat onder druk staat niet zomaar onder de grond. Alleen bij extreem koude temperaturen zou dit een probleem kunnen zijn. Maar deze komen in de Alpen zelden voor.

Mee met de sneeuwmakers van Vars:

Problemen bij kunstsneeuwproductie

Waarom staan sneeuwkanonnen niet altijd aan, zou je denken? Natuurlijk is er het aspect van temperatuur en financiën. Maar een van de grootste problemen voor het maken van kunstsneeuw is het hebben van voldoende water. Het is voor skigebieden dus een lastig vraagstuk hoe er genoeg water bewaard kan worden. Voor veel kleine skigebieden is het vinden van genoeg water het grootste probleem om kunstsneeuw te maken, zeker bij droogte. En het bouwen van een waterreservoir is een dure aangelegenheid.

Bacteriën en mineralen in kunstsneeuw

Veel mensen denken dat er voor kunstsneeuw gebruik wordt gemaakt van toevoegingen zoals mineralen en bacteriën. Er zijn inderdaad bacteriën die ervoor zorgen dat water makkelijker bevriest. Deze natuurlijke bacteriën komen normaal gesproken niet in de bergen voor. In Frankrijk gebruikt geen enkel skigebied chemische of bacteriële toevoegingen voor de kunstsneeuw. Een paar Oostenrijkse en Zwitserse skigebieden gebruiken wel additieven in het water. In 2018 stond het additief Snomax ter discussie in Tirol. Uiteindelijk werd dit omstreden middel zelfs verboden in deze Oostenrijkse deelstaat.

Kunstsneeuw versus natuursneeuw

Elke wintersporter weet dat kunstsneeuw heel anders glijdt dan natuurlijke sneeuw. Gelukkig zijn er techniektips voor kunstsneeuw.Kristallen van kunstsneeuw zijn veel kleiner. Terwijl natuursneeuw geweldige sterachtige vormen heeft (met zes armen), zijn kunstsneeuwkristallen rond, zonder armen. Hiermee lijken kunstsneeuwkristallen op sneeuwvlokken die door de wind kapot zijn geslagen. Pas na enkele weken met temperatuurschommelingen gaat kunstsneeuw op natuurlijke sneeuw lijken. Maar vanaf het begin is kunstsneeuw vier keer compacter dan natuursneeuw. Hierdoor blijft kunstsneeuw ook veel beter geconserveerd dan natuursneeuw. Ook kan kunstsneeuw temperatuurwisselingen veel beter aan. En als laatste slijten kunstsneeuwkristallen ook minder hard door skiërs en pistebully’s. Dit komt omdat deze kristallen geen ‘armen’ hebben en niet stervormig zijn. Deze mooie armen kunnen er dus ook niet afgereden worden.

null

Sneeuwkanonnen niet altijd de oplossing

Bij aanvang bleken sneeuwkanonnen de redding, zeker omdat veel droge periodes in de Alpen ook erg koud waren. Maar de laatste jaren zijn vooral het begin en einde van het seizoen erg warm, soms wel meerdere graden boven het gemiddelde. Hierdoor is het steeds moeilijker om skigebieden al vroeg in het seizoen te besneeuwen. Ook is het tijdens de gevreesde föhn extreem warm in de Noordalpen en dat kunnen sneeuwkanonnen simpelweg niet aan. Sneeuwkanonnen lijken daardoor helaas lang niet altijd meer de oplossing. Snowfarming is een andere manier om toch over sneeuw te kunnen beschikken als deze niet natuurlijk of kunstmatig aanwezig is. Het bewaren van verse sneeuw in deze sneeuwdepots is echter niet mogelijk.

Kunstsneeuw niet duurzaam

Er kleven niet alleen voordelen aan kunstsneeuw. Het brengt helaas ook nadelen met zich mee rond het thema duurzaam wintersporten.
Want het produceren is zowel water- als energieverslindend. En het nadeel van dit kunstmatige goedje is dat het vroeger wordt uitgespoten en langer blijft liggen. Hierdoor duurt het winterseizoen een stuk langer dan als de natuur zijn gang zou gaan. De flora en fauna wordt erdoor ontregeld. Gelukkig wordt de moderne technologie ook ingezet om dingen ten goede te veranderen. Zo hoeft door het duurzaam prepareren van pistes door GPS-gestuurde pistenbully’s minder kunstsneeuw te worden aangemaakt. En er wordt geëxperimenteerd met andere manieren om sneeuw te maken die minder energie en water kosten, zoals de kunstwolk in Obergurgl.