Skiliftdirecteur en twee medewerkers staan terecht voor dodelijk ski-ongeluk met Nederlandse

Geen veiligheidshek, geen vroege controles, de ijzige piste te laat gesloten: na de reeks skiongevallen begin 2023 op de Oostenrijkse Hintertuxer Gletscher waarbij een Nederlandse vrouw om het leven kwam, moeten een directeur van de Zillertaler Gletscherbahn en twee medewerkers terechtstaan.

In verband met de reeks skiongevallen op de Hintertuxergletsjer een klein jaar geleden, waaronder een dodelijke slachtoffer, is er nu een aanklacht ingediend. “Het Openbaar Ministerie heeft aanklachten ingediend tegen drie personen voor de misdrijven doodslag door grove nalatigheid en lichamelijk letsel door nalatigheid en verzocht een boete op te leggen aan het liftbedrijf,” bevestigde het Openbaar Ministerie aan de Tiroler Tageszeitung. In het geval van doodslag door grove nalatigheid staat een gevangenisstraf van maximaal drie jaar. Het vermoeden van onschuld geldt voor iedereen.

Tragedie op nieuwjaarsdag

De tragedie vond plaats op nieuwjaarsdag 2023. ‘s Ochtends vielen verschillende skiërs van een volledig beijzelde steile helling op de rood gemarkeerde afdaling van de “Schwarze Pfanne”. Een Nederlandse vrouw gleed 100 meter de piste af, brak door een markeringshek, viel ongeveer 20 meter naar beneden op het steile terrein achter haar, crashte tegen een boom en stierf. Verschillende andere skiërs die vielen op het ijzige steile gedeelte raakten ernstig gewond, drie raakten lichtgewond.

Deskundigen wijzen op gebreken

De aanklacht is met name gebaseerd op een deskundigenrapport. De 394 meter lange ongevalspiste ligt ongeveer halverwege de dalafdaling. De lagere, 263 meter lange steile helling, waar de tragische ongelukken begonnen is nog steiler en is volgens het rapport eigenlijk een zwarte piste. Aan het einde van de steile helling gaat de piste bijna haaks over in een vlakkere traverse. Op deze overgang stond een markeringshek, daarachter daalt de piste steil af naar open terrein. Volgens een expert was het hek echter niet geschikt, om gevallen skiërs tegen te houden, d.w.z. om de functie van een veiligheidshek te vervullen. De eerste skiër die bij het ongeval betrokken was brak door het hek na de lange glijfase op de ijzige steile helling en werd met hoge snelheid over de rand van de piste geslingerd het 80 procent steile open terrein in. Zes andere mensen vielen vervolgens ook ongehinderd in het open terrein.

Geen geschikte valbeveiliging

Het Openbaar Ministerie beschuldigt de directeur die verantwoordelijk is voor de skiliften ervan dat hij daar geen geschikte valbeveiliging heeft geïnstalleerd. “Omdat er geen valbeveiliging was, werden de skiërs meer dan 30 meter het steil aflopende terrein in geslingerd,” stelt het Openbaar Ministerie in de strafklacht.
Het OM beschouwt ook gebrekkige pistecontroles door de Gletscherbahn als een reden voor de tragedie. De verantwoordelijke directeur had nagelaten om een algemene interne bedrijfsinstructie te geven om de dalafdaling 's ochtends te controleren voordat het skigebied werd geopend door middel van piste-inspecties “Daardoor kunnen eventuele gevaren die 's nachts zijn ontstaan, niet worden herkend om zo een tragedie te voorkomen”, aldus de expert.

Reactie was te laat

Zoals ook in het deskundigenbericht over de timing staat, reden voor het ongeval twee ervaren medewerkers van de Gletscherbahn met een skidoo naar de steile helling. Niet om de piste te controleren, maar om markeringspalen te repareren. Tijdens het werk merkten ze ook de “extreem gladde omstandigheden” op. Volgens het tijdlogboek reden ze weer weg en informeerden de operationeel manager. Hij ging op inspectierit en merkte ter plaatse zelf dat het “spiegelglad” was en dat skiërs al met grote problemen kampten en beval om de dalafdaling onmiddellijk te sluiten. Ondertussen was het ongeluk al gebeurd. Ook hier grijpt het Openbaar Ministerie in. De medewerkers met de skidoo hadden de extreme ijsvorming opgemerkt maar verzuimden de piste onmiddellijk af te sluiten of waarschuwingsborden te plaatsen.

“Of de omstandigheden waar het Openbaar Ministerie op wijst daadwerkelijk voor rekening van verweerders komen, dat zij het gevaar hadden moeten onderkennen en dienovereenkomstig hadden moeten handelen zal de rechtbank moeten ophelderen. Tot die tijd geldt voor de verdachten het vermoeden van onschuld”, benadrukte het Openbaar Ministerie. Met betrekking tot de geëiste boete tegen de Zillertaler Gletscherbahn, stelt het Openbaar Ministerie: "Een bedrijf kan worden veroordeeld tot een verenigingsboete als er een strafbaar feit is gepleegd doordat een besluitvormer van het bedrijf verplichtingen heeft geschonden die van invloed zijn op het bedrijf.