Weermodellen - Wintersportweer uitgelegd
Professionele weersverwachtingen zijn gebaseerd op weermodellen. Die maken op basis van actuele metingen en observaties een inschatting van de atmosfeer voor de komende dagen. Er wordt een verwachting gemaakt voor de ligging van hoge- en lagedrukgebieden, de ligging van fronten, temperatuur, luchtvochtigheid en nog vele andere parameters. De weerkaarten die we voor onze weersverwachtingen gebruiken zijn het resultaat van deze berekeningen.
Verschillende modellen
Er bestaan verschillende weermodellen. De meest bekende zijn het Amerikaanse GFS en het Europese ECMWF. Andere modellen zijn UKMO (Engeland), GME (Duitsland) en GEM (Canada). Er is niet één beste model, ieder model heeft zijn sterke en zwakke punten.
Het gebruik van modellen betekent per definitie dat de werkelijkheid soms anders is, het blijven immers berekeningen die uitgaan van een toestand in het heden. Natuurlijk neemt de betrouwbaarheid toe naarmate de verwachtingsdatum dichterbij ligt. Daarbij wordt een model vaak meerdere keren per dag doorgerekend, het GFS-model zelfs vier keer.
Pluimen en ensembles
Om de betrouwbaarheid van een model te toetsen wordt gebruik gemaakt van pluimen of ensembles. In een pluim worden voor de komende dagen meerdere prognoses (members) op elkaar gelegd waarbij ieder member een iets andere begintoestand meekrijgt. Door dit soort kunstmatige ‘verstoringen’ aan te brengen ten opzichte van de hoofdberekening krijg je een uitwaaierende grafiek die een indicatie geeft van de onzekerheid. Deze grafiek is voor Genf (Genève).
De lijntjes bovenin laten de temperatuur zien op ongeveer 1500 meter hoogte, de lijntjes beneden tonen de neerslag. Hoe dichter de lijntjes bij elkaar liggen, hoe ‘zekerder’ de verwachting is van dit model. Wil je hier zelf mee aan de slag, ga dan naar deze website en klik een punt op de kaart aan.